Tijdens mijn stage bij MonkeyProof kreeg ik de kans om te werken met Datadog Synthetic Monitoring. Eén van de leukste dingen om te testen vond ik het instellen van HTTP tests en Browser tests — twee krachtige tools om de beschikbaarheid en werking van een website te monitoren, elk met hun eigen focus.
In deze blogpost leg ik je uit:
- Wat het verschil is tussen een HTTP test en een Browser test
- Hoe je beide instelt in Datadog
- En hoe je het veilig gebruikt zonder je server onnodig te belasten
⚙️ HTTP Test – Lichtgewicht & efficiënt
Een HTTP test in Datadog is een eenvoudige manier om te checken of een bepaalde URL online is en goed reageert.
Bijvoorbeeld: ik heb een GET-verzoek opgezet naar de homepage van https://euro-joe.com/nl/
. In Datadog kun je precies instellen wat je verwacht van zo’n verzoek:
- Statuscode moet 200 OK zijn
- Reactietijd moet onder de 3000ms liggen
- Content-type header moet kloppen: bijvoorbeeld
text/html; charset=UTF-8
💡 Voordeel: Deze test is supersnel en licht. Ideaal voor uptime monitoring, zonder dat je website daar last van heeft.
Ik heb hem ingesteld om elke 15 minuten te draaien, vanuit één Europese locatie. Zo blijft de serverbelasting laag, maar heb ik toch continue zicht op beschikbaarheid.
🧭 Browser Test – Realistische gebruikersflows
Een browser test gaat een stapje verder. Hiermee simuleer je een echte gebruiker in een echte browser. Denk aan:
- Navigeren naar de loginpagina
- Inloggegevens invullen
- Op ‘Login’ klikken
- Controleren of het dashboard geladen wordt
Je kunt per stap visuele asserties instellen, of wachten op het verschijnen van bepaalde elementen. De browser test draait in een echte Chrome-omgeving, wat het heel krachtig maakt voor complexe front-end apps of Single Page Applications (SPA’s).
💡 Tip: Gebruik browser tests voor kritieke gebruikersflows zoals login, registratie of checkout. Maar stel ze niet te vaak in: een browser test is zwaarder dan een HTTP-test en iets duurder in gebruik.
🛡 Hoe voorkom je serverbelasting?
Een veelgestelde vraag: hoe zorg je ervoor dat je monitoring je server niet belast? Hier zijn mijn best practices:
- Stel niet te veel locaties tegelijk in (start met 1 of 2 per regio)
- Gebruik een frequentie van 5 tot 15 minuten (voor uptime check is dat meer dan genoeg)
- Gebruik retries verstandig: 0 tot 1 retry is vaak voldoende
- Als het kan, monitor een specifiek en licht endpoint zoals
/health
in plaats van je homepage
🔔 Alerts & Teams
Beide soorten tests kun je koppelen aan alertregels. Bijvoorbeeld: als de test faalt in minstens 1 locatie, dan krijgt het team een melding in Slack of via e-mail. Je kunt het zelfs automatiseren met incident workflows in Datadog.
📊 Tot slot
Het combineren van HTTP en browser tests geeft je een krachtig zicht op zowel de technische beschikbaarheid als de gebruikerservaring van je website. Waar de HTTP test supersnel je backend status controleert, zorgt de browser test ervoor dat je front-end echt doet wat hij moet doen.
Ik vond het super leerzaam om hiermee te werken — en het voelt ook wel fijn als je als eerste weet dat er iets misgaat… vóórdat je klant het merkt.